Spelregelsamenvatting Kardinaal & KoningSpelregels in het kort- Maximaal 3 kaarten uitspelen (eventueel twee gelijke kaarten als joker), of één kaart ruilen
- Maximaal 2 speelstukken (kloosters en/of raadsheren) plaatsen - kloosters op de huisjes, raadsheren op de “wapens” - In een leeg land slechts één klooster - In één beurt mag je slechts in één land speelstukken inzetten - In een land mogen maximaal zoveel raadsheren staan, als het aantal kloosters van de speler met de meeste kloosters in dat land
- De kaarten in de hand aanvullen tot 3 en eventueel een telling uitvoeren.
- De openliggende kaarten aanvullen tot 2.
Ezelsbruggetje: de “3-2-1-regel”, met max. drie kaarten kun je max. twee speelstukken in één land plaatsen.
Tussentelling (nadat de kaartstapel voor de eerste keer is verbruikt)
Telling van de kloosters:- eerste plaats: winstpunten = alle kloosters in het land
- tweede plaats: winstpunten = aantal kloosters van de eerste plaats
- derde plaats: winstpunten = aantal kloosters van de tweede plaats, etc.
Eindtelling (nadat de kaartstapel voor de tweede keer is verbruikt)
Telling van de kloosters (zie bij tussentelling)
Telling van de raadsheren:
- per genummerde verbindingslijn afhandelen in oplopende volgorde
- voorwaarde: in beide landen de meeste raadsheren
- winstpunten = aantal raadsheren in beide landen (ook van de andere kleuren!)
- geen punten voor tweede plaats, enzovoorts.
Telling van de kloosterverbindingen (minimaal 4 – geen zijtakken!)
- één winstpunt per klooster in de reeks
- elk klooster kan maar eenmaal worden geteld
NB bij kloosters en raadsheren: bij gedeelde plaatsen krijgen beide spelers de volledige punten voor de desbetreffende plaats.