Eenvoud siert. Geen origineel thema, geen ongezien spelmateriaal. Wel een steengoed familiespel dat spannend is tot de eindmeet. Dat is waaraan spelers zich mogen verwachten in dit dobbelspel. Anderen pesten, verrassende wendingen, het kan allemaal. Klavertjes vier en konijnenpoten zullen je misschien helpen. Beter nog is om het heft in eigen handen te nemen en het geluk naar je toe te trekken.
Witte gelukstegels
Een spelletje That’s Life! start met het klaarleggen van het parcours. Dat bestaat uit de starttegel, de doeltegel en 32 losse tegels. Er zijn drie soorten losse tegels: rode, groene en witte. De rode en groene bevatten cijfers. Bij de groene tegels is dat cijfer het aantal te verdienen punten, bij de rode tegels zijn dat minpunten. De witte zijn gelukstegels waarmee spelers op het einde van het spel tegels met minpunten kunnen veranderen naar positieve scores.
Aan het begin van het parcours liggen 8 tegels met minpunten. Die worden gevolgd door de 6 gelukstegels en de groene tegels om te eindigen met alweer een aantal rode tegels. Spelers leggen met behulp van hun pionnen het parcours af en verzamelen ondertussen tegels met punten.
De beurt begint met het gooien van de dobbelsteen. De speler mag dan één van zijn pionnen het gegooide aantal plaatsen vooruit bewegen. Hij mag ook een wachter vooruit plaatsen, maar enkel als er een pion van zichzelf of van een andere speler bij die wachter staat. Er mag meer dan één pion op één tegel staan. Wanneer de pion als laatste een tegel verlaat, neemt de speler deze tegel. De tegel verdwijnt nu uit het parcours en telt ook niet meer mee als vakje.
Tactische wachters
De wachter is een neutrale speelfiguur die spelers gebruiken om zichzelf te beschermen tegen rode tegels of om te verhinderen dat andere spelers goede tegels rapen. Als je samen met een wachter op een tegel staat, dan zal je die eerst moeten vooruit plaatsen alvorens je de tegel kan oprapen. Maar in die tijd kan er ook een pion van een andere speler je vervoegen. Enkel wie het laatst een tegel verlaat, verdient de punten.
Het spel eindigt als alle pionnen de doeltegel bereikt hebben. Spelers tellen hun eindscore door de punten op hun groene tegels op te tellen. Met gelukstegels worden de grootste rode tegels omgezet tot pluspunten. De punten op de overblijvende rode tegels worden afgetrokken van die score. En zoals gewoonlijk wint de speler met de meeste punten. Zo is het leven nu eenmaal.
