Irritante tantes en vervelende ventjes Tamara Bakker In de spellenwereld lopen heel veel geweldige mensen rond. Sympathieke gasten, met wie je graag een biertje drinkt voor of na een spel en met wie je een hoop lol kunt hebben. Maar zoals overal: Helaas tref je soms de uitzondering op die regel. Die speler aan je tafel die je liever kwijt dan rijk wilt zijn. Zo’n type waarvan je denkt: mag die aan mijn speeltafel voorbij gaan?
Hieronder beschrijf ik een paar van die archetypes. Denk aan de hand van de veelal mannelijke namen niet dat alleen mannelijke spelers irritant kunnen zijn. Voor elke mannennaam kan in dit verband ook een vrouwennaam ingevuld worden.
Anton de AP-er.
AP staat voor analysis paralysis. Je kent hem wel: een speler die 10 minuten over zijn beurt doet, omdat hij eerst minstens drie beurten vooruit alle strategieën en mogelijkheden doorrekent. Zo'n speler bij wie je tijdens zijn beurt snel even met de rest van het groepje een kort kaartspel kunt spelen. Tegen de tijd dat dat is afgerond, heb je kans dat Anton klaar is met rekenen en analyseren. Irritant.Otto de Ongeduldige.
Dit is zo’n snelle denker, dat hij graag zijn medespelers aanzet tot spoed. Dit kan zowel subtiel als minder subtiel. Bijvoorbeeld door middel van geluiden (zuchten) of door allerlei opmerkingen die in meer of mindere mate manen tot sneller spelen. Zo denkt elke medespeler al gauw dat hij een Anton is. Zet overigens een echte Anton en een echte Otto aan één speeltafel en je hebt hét recept voor een desastreuze speelavond.Victor en Victoria Vriendjespolitiek.
Bevoordelen elkaar steevast gedurende elk spel. Vaak zijn het stelletjes of best friends. Types die bij een spelletje good old Catan alleen met elkaar ruilen en dan altijd 1:1. En als ze met anderen ruilen, dan consequent met ongunstige ruilverhoudingen voor de andere spelers. Zeiden ze vroeger op het schoolplein al: twee tegen één is gemeen, Victor en Victoria hebben die les nooit geleerd. Of zijn deze bewust weer vergeten.Ingmar de Intrigant.
Hij zit graag aan tafel met spelers die een bepaald spel voor het eerst spelen, terwijl hij dit spel al goed kent. Want Ingmar houdt ervan om anderen te helpen. Dat wil zeggen: tot op zekere hoogte. Ingmar geeft strategische tips tijdens het spel aan de nieuwkomers. Maar die tips zijn dan wel zodanig, dat Ingmar er ook of vooral zelf van profiteert. Of de tips zijn zodanig dat een eveneens ervaren speler tot diens grote ongenoegen wordt gedupeerd.Karel Kwaak-maar-raak.
Dit is het type dat de demo-er/speluitlegger het bloed onder de nagels vandaan haalt. Die is nauwelijks begonnen met de uitleg en Karel begint met allerlei detailvragen over fase 4, terwijl de demo-er eerst globaal de acht fases van het spel beschrijft. Of: Karel kent het spel al erg goed en valt daarom de demo-er steeds in de rede met betweterige opmerkingen over diens (in de ogen van Karel) kwalitatief ondermaatse speluitleg. In het minst erge geval duurt hierdoor de speluitleg dubbel zo lang. In het ergste geval loopt de speluitleg de soep in en hebben de medespelers (en soms Karel zelf ook) geen idee hoe het spel nu eigenlijk echt werkt. Exit spelplezier.Peter de Pruttelaar.
Het spel is afgelopen en Peter heeft helaas niet gewonnen. Dan komt er een hele analyse en verhandeling dat als jij in beurt x dit of dat (niet) had gedaan, hij dan daar een punt meer had gehad en dan had hij gewonnen. Een spel kort nabeschouwen is prima, maar Peter slaat volledig door. Hij weet precies uit te leggen waarom het de schuld van anderen is dat hij niet won. Tuurlijk Peter, als je moeder je vader niet had ontmoet, dan had je dit spel helemaal niet gespeeld.Wat kun je doen als de één van deze types tegenkomt? Assertiviteit gecombineerd met een vleugje humor kan al wonderen doen. Tegen een Anton werkt bovendien een eierwekker en Victor en Victoria zet je het liefst aan verschillende speeltafels. Tenzij ze samen Partnerlink spelen, maar hopelijk bewaren ze dat voor de slaapkamer en niet voor de speldag
Kortom: gelukkig is tegen al deze types wel kruid gewassen. Het kost alleen even wat meer moeite. En misschien moet je diep van binnen erkennen dat in iedereen wel een kleine Anton, Otto, Victor, Ingmar, Karel of Peter schuilt. Het verschil is alleen dat het bij de één wel en bij de ander niet naar buiten komt.
Lees ook: Bijzondere snoeshanen en snoeshennen