Pluk de dag! Hoe makkelijk kan een titel zijn?”Wees wijs, zeef de wijn en tot een kort tijdsbestek moet je je lange termijn inkorten. Terwijl wij praten ontsnapt de jaloerse tijd: pluk de dag en reken zo min mogelijk op morgen.” Wijze woorden van de Romeinse dichter Horatius, die ons duidelijk wilde maken om niet uit te stellen tot morgen wat wij vandaag kunnen doen.
Bourgondiërs zoals we zijn, hebben we dat natuurlijk vertaald als: Maak je geen zorgen, geniet van vandaag, want je weet nooit wat morgen zal brengen.
Dit als inleiding op een spelrecensie om te zeggen dat Carpe Diem een spel is waar je je best iedere dag (ronde) zorgen maakt (punten scoort) want morgen (de eindtelling) is niet zaligmakend. Dit gezegd zijnde, pluk de dag dus.
Carpe Diem wordt in 4 etappes (weken) gespeeld. Iedere etappe (week) telt 7 ronden (dagen). Iedere speler krijgt een grasveld (bouwbord) waarop hij zijn stad (Rome) zal ontwikkelen. Rondom dit bouwbord wordt een speelkader (met bouwvoorschriften die punten opleveren op het einde van het spel) gelegd. Op zijn eigen bouwbord komen banderollen te liggen. Als je op die vlakken bouwt, ga je vooruit op het banderollenspoor op het centrale speelbord. Belangrijk, want punten op het einde van het spel, plus de eerste op dat spoor mag na iedere etappe zijn marker als eerste plaatsen in het waarderingsgebied.
De waarderingskaarten die in een spel gebruikt worden, verschillen iedere keer. Want ieder spel worden er andere kaarten getrokken. Op die manier speelt ieder spel anders en is het moeilijk om een winnende strategie te ontwikkelen.
Als een speler aan de beurt is, verplaatst een speler zijn spelfiguur in het centrale speelveld op het speelbord. In dat speelveld zijn er zeven gebieden die elk vier bouwtegels vatten. De speler kan altijd kiezen uit twee gebieden waar hij zijn spelfiguur kan plaatsen. Aangekomen in een gebied kiest hij een bouwtegel en legt die volgens de bouwvoorschriften op zijn bouwbord. Is een gebied leeg dan mag hij oversteken naar een volgend gebied.
Dit doen alle spelers zeven keer. Elk om beurt dus een tegel pakken, leggen op zijn bouwbord en mogelijks een beloning (geld, goederen, kaartjes) ontvangen. Na zeven beurten is de etappe afgewerkt en volgt er een waardering.
We doen dit vier keer en dan volgt nog de eindtelling. Wie de meeste punten verzameld heeft, wint.
Wat kan een mens nu bouwen en wat brengen die dingen op?
Ten eerste villa’s. Villa’s kunnen willekeurig groot zijn, leveren onmiddellijk niets op. De schoorstenen van de villa’s kunnen bij de waarderingen wel punten opleveren. Afgewerkte villa’s leveren bij de eindtelling punten op.
Afgewerkte cultuurlandschappen (kruidentuinen, vijvers, kippenrennen en wijngaarden) bestaan uit twee of drie tegels en leveren goederen op (kruiden, vissen, kippen en druiven). De vier huizen (handelaar, bakker, rentmeester en handwerker) leveren respectievelijk geld (gebruikt als jokers bij waarderingen), broden, stappen vooruit op het banderollenspoor en een extra bouwtegel op. Met broden kan je jouw speelfiguur naar een willekeurige plaats op het speelveld verplaatsen. Drie broden vervullen ook de voorwaarde van een waarderingskaart tijdens een waardering.
Markten bestaan uit een bouwtegel en leveren een geldstuk op. Bakkerijen leveren 1 brood op en waterputten waterputkaarten die weer punten genereren tijdens de eindtelling. U ziet er leiden veel wegen naar Rome (lees de eindoverwinning).
In iedere waarderingsfase (na iedere etappe dus) mag de speler die het verst vooruit staat op het banderollenspoor zijn marker als eerste leggen tussen twee waarderingskaarten. Voldoet hij aan de voorwaarden op die kaarten dan krijgt hij overwinningspunten. Opgepast die waardering geldt slechts voor die ene speler en is eenmalig. De volgende etappe kies je namelijk twee nieuwe waarderingskaarten. Dus moet je iedere etappe aan nieuwe voorwaarden voldoen.
Tijdens de eindtelling, na afloop van de vierde waardering, krijg je nog punten voor de afgewerkte villa’s. Hoe meer schoorstenen (lees hoe groter) hoe meer punten.
Daarnaast wordt alle restmateriaal (goederen, munten, broden, onbenutte bouwtegels) gedeeld door twee en omgezet in punten.
Het banderolspoor genereert punten alsook de waterputkaarten. Tot slot kijkt iedere speler of hij voldaan heeft aan de opdrachten (bouwvoorschriften) van zijn speelkader en telt ook die punten.
Wie de meeste zegepunten heeft, heeft het best de dag geplukt en wint dus het spel.
Een nieuwe Alea en dan nog een Stefan Feld. Man, man, man, wat moet een mens nog meer hebben! Als notoir verzamelaar van de Alea-reeks leerde ik Stefan Feld kennen: Notre Dame, Im Jahr des Drachen, Macau maar vooral Die Burgen von Burgund zijn fantastische spellen. Hoort Carpe Diem in deze rij thuis? Wel, eigenlijk wel. Typisch Feld is dat er bij Carpe Diem vele manieren zijn om punten te genereren. De unieke waarderingen na iedere etappe doen bij de eerste maal spelen wat onwennig aan. Je bent nog zoekende en na zeven keer een bouwtegel te hebben gekozen worden er al punten geteld.
Nadat je Carpe Diem goed in de vingers hebt, loopt dat allemaal veel vlotter. Het spel zelf speelt vlot, legt eigenlijk wel vlot uit en zit heel logisch in elkaar. De speelduur van ca. 90 minuten is realistisch, zelfs met vier spelers.
De meningen over het artwork van Carpe Diem zijn verdeeld. Het ziet er een beetje saai en grauw uit. Als je ziet hoe spectaculair sommige hedendaagse spellen eruit zien, heeft Carpe Diem op dat gebied een beetje de boot gemist. Maar laat dit het spelplezier vooral niet bederven.
Ik ben een fan en kan iedereen een potje Carpe Diem aanraden!