Win het vuurvliegjesfestival!Vuurvliegjes ook wel gekend als gloeiwormen, beste mensen, zijn geen vliegen en ook geen wormen. Vuurvliegjes, zoek het maar op, zijn kevers. Hoe geven die dingen licht hoor ik u vragen? Wil je het echt weten? Wel, ik heb het even voor u op wikipedia opgezocht: “Glimwormen hebben de opmerkelijke eigenschap om zelfstandig licht te produceren, een proces dat bioluminescentie wordt genoemd. In speciale organen in het achterlijf wordt in een biochemische reactie het pigment luciferine geoxideerd door het enzym luciferase waarbij licht ontstaat. Onder de laag lichtproducerende cellen zit een laag cellen met kleine kristallen die het licht naar buiten reflecteren. Bij de meeste soorten is het licht geelgroen van kleur, maar soorten uit de verwante familie Phengodidae kunnen van aparte lichtorganen zowel groen als rood licht uitstralen.” Einde citaat. Laten we maar snel Treelings spelen. /pic5267064.jpg)
In Treelings probeer je zo hoog mogelijke boomplateau’s te bouwen. Want de hoogte van die dingen bepaalt of je op het einde punten scoort of niet. Wie de meeste punten heeft (leest hogere boomplateau’s gebouwd heeft dan de buren) wint Treelings. En wordt de nieuwe meester van het jaarlijks vuurvliegjesfestival. Meer moet dat niet zijn.
Treelings is kinderlijk eenvoudig. Het spel bestaat uit 108 gildekaarten. Iedere gilde heeft zijn eigen kleur. Er zijn zes gilden actief in Treelings. Dus iedere gilde (lees kleur) telt 18 kaarten. Iedere speler krijgt drie kaarten die hij open voor zich neer legt. Gesorteerd per kleur. Pas op, de volgorde waarin je de kaarten naast elkaar legt kan belangrijk zijn en mag je tijdens het spel niet wijzigen. Iedere kleur die voor je neer ligt, is een boom. Hoe hoger de boom wordt, hoe meer punten je kan scoren.
In het midden van de tafel worden de overgebleven kaarten als trekstapel gelegd. Eerst neem je 20 kaarten van de trekstapel. Boven op die stapel van 20 kaarten leg je de vuurvliegjesfestivalkaart met de afbeelding naar boven. Deze stapel schuif je onderaan de trekstapel. Eens de vuurvliegjesfestivalkaart (wie verzint zo’n dingen) zichtbaar wordt, is het einde van het spel nakend.
Naast de trekstapel worden er vijf gildekaarten opengelegd. Dit is de markt waaruit de spelers als het hun beurt is, kaarten kunnen kiezen. Voila, we zijn klaar om er aan te beginnen. De langste speler is de startspeler. Bij het begin van de beurt wordt de markt altijd aangevuld tot er weer vijf kaarten openliggen. Daarna heeft de actieve speler twee opties. Ofwel neemt hij alle kaarten van één kleur, ofwel neemt hij de kaarten van de kleuren waarvan er maar één kaart in de markt ligt.
Een voorbeeld verduidelijkt dit. Er liggen in de markt twee blauwe, een gele, een rode en een groene kaart. Ofwel neem je de twee blauwe kaarten of de gele of de groene of de rode kaart (Dit is alle kaarten nemen van één kleur). Ofwel neem je de gele, rode en groene kaart (alle kaarten nemen van de kleuren waarvan er maar één kaart in de markt aanwezig is).
Daarna leg je de genomen kaarten in jouw district. Kaarten van dezelfde kleur stapel je zodat alle spelers kunnen zien hoeveel kaarten je van die kleur hebt. Heb je een gildekaart met een kleur die nog niet in jouw district aanwezig is, dan start je een nieuwe boom links of rechts van de bestaande bomen. Let daarbij ook op de bomen van de andere spelers die aan jouw linker- of rechterkant zitten. Jouw linker- of rechterboom zal op het einde van spel namelijk vergeleken worden met die van hen.
Iedere speler vult beurtelings de markt aan en neemt kaarten. Als de vuurvliegjesfestivalkaart zichtbaar wordt, wordt de lopende ronde uitgespeeld. Als de startspeler dan weer aan de beurt komt, stopt het spel onmiddellijk en worden punten geteld.
Een boom brengt enkel punten op als hij minstens even hoog is als de bomen links en rechts van hem. Iedere kaart van de boom levert een punt op. Jouw meest linkse boom wordt vergeleken met de meest rechtse boom van de speler links van jou. Idem voor jouw meest rechtse boom. Die wordt vergeleken met de meest linkse boom van de speler rechts van jou. Wie de meeste punten heeft, wint. In geval van een gelijkspel wint de speler van wie de meeste bomen in zijn district punten opleveren. Is ook dat gelijk dan wordt de overwinning gedeeld.
/pic5212211.jpg)
Treelings is een heel simpel spelletje. Veel strategisch denken heb je niet nodig als je het ding speelt. Je neemt de kaarten uit de markt en je legt die voor je neer. Dezelfde kleur bij elkaar. Dat is het. Op het einde tel je punten en klaar is kees. Maximaal 15 minuten ben je hiermee bezig.
Een belangrijke tip wil ik wel meegeven. Soms is het handiger om alle bomen in jouw district even hoog te maken. Dan leveren die allemaal punten op. Je kunt er ook voor opteren om enkele bomen heel hoog te laten worden. Dat is zowat het enige waar je in dit spelletje even moet over nadenken.
Treelings is duidelijk een familiespel. Iedereen kan dit spelen. Je moet enkel kleuren herkennen. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik een spel aan het spelen was toen ik Treelings speelde. Dus veelspelers zullen dit ding mijden als de pest. Gezinnen met jongere kinderen zullen met Treelings wel 15 minuten spelplezier beleven.
Och ja, ik wil nog afsluiten met een positieve noot. Het ding oogt wel mooi. Hoewel de kleuren vrij donker ogen (past natuurlijk in het vuurvliegjesthema) zijn de kaarten best stijlvol getekend.
