Nunatak

Onze mening en oordeel over spellen delen wij hier graag met u

Moderators: Ereleden, Website beheerders

Forumregels
De BSM-recensenten geven hier hun persoonlijke visie op gespeelde spellen.

Ben je het met hen wel of niet eens? We horen graag jouw reactie, zolang deze rekening houdt met de nettiquette.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
xanthie
Garnaal
Berichten: 319
Lid geworden op: vr 05 sep 2008, 14:31
Locatie: Nieuwenhove

Nunatak

Bericht door xanthie »

Tempels bouwen op Antarctica!

Nunataks, beste lezer, zijn pieken die boven het ijzige oppervlakte in een door wind geteisterd sneeuwlandschap in Antarctica uitsteken. Voila, bij deze. Goed, wat gaan we nu met die Nunataks doen, hoor ik u terecht vragen. Wel, met een beetje fantasie zou je die Nunataks kunnen beschouwen als overblijfselen van reusachtige ijstempels die door een lang vergeten volk zijn gebouwd. En wij, zijn leden van die oude beschaving en helpen meebouwen aan die ijstempels. Dus zorg voor geslepen gereedschap, tuig je lastdieren op en breng jouw ijsblokken naar de bouwlocatie. Hoe verzinnen ze het hoor ik u terecht denken. Maar laat dit je niet weerhouden om een spelletje Nunatak te spelen.
nunatak.jpg
De speldoos van Nunatak bevat 72 ijsblokken in 4 kleuren (18 per kleur dus), 8 kaderdelen met scorespoor en bouwmeestersporen, 54 bodemtegels, 1 tempelkoepel (in elkaar te zetten voor het eerste potje, geen probleem, ik heb twee linkerhanden en toch kreeg ik het ding vlot in elkaar), 54 bouwkaarten (8 arbeiders, 7 ijssnijders, 9 ambachtslieden, 7 lastdieren, 6 bouwmeesters, 5 nestoren en dan nog 12 dubbele kaarten (arbeider/bouwmeester bijvoorbeeld)), 20 zegenkaarten, 4 handige overzichtskaarten, 6 slotkaarten (voor spel met 4 spelers), 4 scoreschijven, 4 markeerstenen, 4 puntenfiches en 1 startspelerfiche.

Veel spelmateriaal, maar makkelijk op te zetten en eenvoudig te spelen. Meteen al een goede samenvatting voor Nunatak.

Met de 8 kaderdelen vorm je een vierkant spelbord. Je plaatst je scoreschijf op het veld nul van het scorespoor en jouw markeersteen op het eerste veld van jouw bouwmeesterspoor. Daarna vul je het speelveld op met 25 bodemtegels (met op de achterzijde het nummer 1). Zo creëer je een speelveld van 5 x 5 tegels. Met de andere bodemtegels vorm je een trekstapel. Eerst plaats je de tegels met cijfer 4 op de achterzijde, daar bovenop komen de tegels met cijfer 3 en 2 op de achterzijde. Dit is de trekstapel. Ook de bouwkaarten hebben dezelfde cijfers (1 tem 4) op de achterzijde. Ook hier maak je een trekstapel volgens hetzelfde principe. De bovenste vier bouwkaarten worden omgedraaid en op één rij gelegd. Dit is het aanbod.

De zegenkaarten worden geschud en hiervan worden de bovenste twee omgedraaid. Iedere speler krijgt de 18 ijsblokken in zijn kleur (bij 4 spelers houdt de speler slechts 13 ijsblokken in zijn persoonlijke voorraad. Vier gaan terug in de doos, een wordt opzij gelegd bij een van de zes slotkaarten die in een spel met vier spelers gebruikt worden.)

Hopakee, we kunnen beginnen. De coolste speler wordt startspeler (dit kan is sommige spelersgroepen voor enige discussie zorgen. Wie wil er namelijk niet als cool beschouwd worden.) De speler aan de beurt neemt altijd 1 bouwkaart uit het open aanbod (dus niet van de trekstapel) en zet daarna een ijsblok op een bodemtegel met hetzelfde symbool als de bouwkaart. Worden er punten gescoord dan worden deze nu toegekend en op het scorespoor bijgehouden. Daarna is de volgende speler aan de beurt. Het spel stopt als alle bouwkaarten zijn genomen én alle ijsblokken gezet. Er volgt nog een eindtelling en wie dan de meeste punten heeft, wint Nunatak. Simpel toch?

Goed, hoe scoren we punten?

Wel laat ons eerst even de beide acties bekijken. Als je een bouwkaart neemt dan moet er in het speelveld nog een bodemtegel met een corresponderend symbool vrij zijn. Anders mag je die bouwkaart niet nemen.

De genomen bouwkaart legt de speler voor zich. Hij maakt kolommen van identieke bouwkaarten. De andere spelers moeten kunnen hoeveel kaarten je van ieder type liggen hebt. De bouwkaarten leveren op het einde van het spel punten op. Sommige kaarten (arbeider, nestor) genereren een extra actie. Met een arbeider mag je twee bodemtegels (een daarvan moet het symbool van de arbeider bevatten) van plaats wisselen. Wie een nestor neemt, neemt ook een van de twee openliggende zegenkaarten. Zegenkaarten kan je ofwel direct inzetten, ofwel 1x in een van jouw beurten ofwel op het einde van het spel tijdens de puntentelling. Niet gebruikte zegenkaarten leveren sowieso op het einde van het spel twee punten op. Met een zegenkaarten kan je iets extra doen (twee beurten na elkaar spelen bijvoorbeeld) of leveren extra punten tijdens het spel of op het einde.

Een ijsblok zetten doe je door het blok op de juiste bodemtegel te “klikken”. Vervolledig je hiermee een of meerdere vierkanten, dan worden er meteen punten geteld. Een vierkant bestaat uit 2 bij 2 ijsblokken. Ze worden als volgt geteld. De speler met de meeste ijsblokken in het vierkant krijgt 5 punten. De speler met de op één na meeste ijsblokken krijgt 2 punten. Bij een gelijke stand (twee spelers hebben elk twee ijsblokken in het vierkant) krijgt de actieve speler (diegene die het laatste ijsblok zette) de 5 punten. De andere speler ontvangt dan 2 punten. Ook bij een gelijke stand voor de tweede plaats krijgt de actieve speler de 2 punten.

Als je een rij afsluit (je plaatst het laatste ijsblok in een horizontale of verticale rij) dan mag je jouw markeersteen op jouw bouwmeesterspoor een veld vooruitzetten. Bij de eindtelling is dit belangrijk als de bouwmeesterkaarten geteld worden. Je kan jouw markeersteen niet verder veld 10 zetten.

Van zodra op een laag een vierkant voltooid is, kan er nu ook in de hoogte gebouw worden. Er wordt namelijk meteen een bouwtegel op het voltooide vierkant gelegd. Wie nu een ijsblok op niveau 2 of niveau 3 bouwt, bouwt dus eigenlijk bovenop andere ijsblok. Dit worden ondersteuningsijsblokken genoemd. Wie op eigen ondersteuningsijsblokken bouwt, krijgt 1 punt per eigen ondersteuningsijsblok. Je krijgt geen punten voor ondersteuningsijsblokken (wat een woord) van andere spelers, en ook die spelers ontvangen geen punten.

Het spel stopt dus als de laatste speler zijn laatste ijsblok zet. Bij een spel met 4 spelers zijn er dan nog 2 bouwkaarten over. Er volgt dan nog een eindspel. Wie het best aan de voorwaarde van de openliggende slotkaart voldoet, neemt 1 van die 2 bouwkaarten en neemt zijn ijsblok die bij die slotkaart staat. De speler die op 1 na het best aan de voorwaarde van de slotkaart voldoet, neemt dan de laatste kaart en ijsblok. Iedere slotkaart beschrijft ook wat er gebeurt bij een gelijke stand.

Nu volgt de eindtelling. Dit betekent dat de verzamelde bouwkaarten nu punten opleveren. Maar eerst moet de tempelkoepel nog geplaatst worden. De speler met de meeste ijsblokken op de bodemtegels van de buitenkant van de tempel, mag dit doen en ontvangt hiervoor 7 punten.

De bouwkaarten worden als volgt geteld. De speler met de meeste arbeiders krijgt 20 punten. De andere spelers ontvangen 2 punten per arbeider.

De ijssnijder levert als volgt punten: 1 ijssnijder 3 punten, 2 ijssnijders 7 punten, enz. 10 ijssnijders leveren 75 punten op.

De ambachtsmannen bevatten naast hun symbool van ambachtsman ook nog een bijkomend gereedschap (houweel, touw en paalzaag). Per set van drie verschillende ambachtsmannen krijg je 10 punten. Daarnaast leveren de ambachtskaarten ook nog eens punten op voor het aantal ambachtslieden met hetzelfde gereedschap. Zo scoren 2 ambachtslieden met een touw 3 punten.

Lastdieren leveren punten op door het totaal aantal symbolen van de lastdieren te vermenigvuldigen met het aantal kaarten van lastdieren. Lastdierkaarten bevatten 1, 2 of 3 lastdiersymbolen. Dus 3 kaarten met 5 symbolen leveren 15 punten op.

De bouwmeester leveren punten voor het aantal kaarten in jouw bezit. Dat aantal vermenigvuldig je met de waarde van het veld waar jouw markeersteen op het bouwmeesterspoor staat.

Iedere nestorkaart bevat twee symbolen van bouwkaarten (bijvoorbeeld ambachtsman en arbeider). Iedere combinatie is mogelijk. Een speler krijgt 1 punt voor iedere kaart die je met die symbolen in jouw bezit hebt.

Niet gebruikte zegenkaarten leveren 2 punten op en iedere set van de 6 verschillende soorten bouwkaarten leveren 10 punten op.

Wie nu de meeste punten heeft, wint Nunatak.
nunatakcopyrightKaneKlenko.jpg
Copyright Kane Klenko

Nunatak heeft me aangenaam verrast. Het spelmateriaal is van zeer goeie kwaliteit en eens klaar heb je een bijzonder mooi uitziend speelveld, een heuse ijstempel. Het spel zet snel op en legt ook snel uit. De regels zijn klaar duidelijk en eenvoudig. De vele voorbeelden in de regels zijn een verademing en zorgen dat er niet de minste discussie is over hoe bepaalde regels kunnen geïnterpreteerd worden. Dankzij de handige overzichtskaart kan iedere speler goed bijhouden hoe er punten gescoord worden tijdens het spel en hoe de bouwkaarten punten opleveren op het einde van het spel.

Belangrijk om weten is dat de eindtelling zwaar doorweegt. Wie teveel bezig is met punten sprokkelen tijdens het spel zou wel eens onaangenaam verrast kunnen worden tijdens de eindtelling. Daarentegen zou wie enkel hoopt om tijdens de eindtelling te scoren wel eens tekort kunnen schieten. Een goeie verhouding tussen bouwkaarten verzamelen en toch vierkanten en rijen afbouwen, is dus belangrijk.

Het is ook wel handig dat je goed de medespelers in de gaten houdt. Niet alleen kan je hen dwarsbomen in het afbouwen van vierkanten en rijen, maar je kan hen ook behoorlijk dwarszitten door jouw ijsblok te plaatsen bovenop vier van hun ondersteuningsijsblokken. Zelden zo’n ijzige blik gezien toen ik dit in een van onze potjes deed. Het leverde me geen punten op maar ik boorde de andere speler wel vier punten door de neus.

Je houdt ook best in de gaten welk type bouwkaarten de andere spelers verzamelen. Een arbeider meer of min kan 20 punten opleveren. Iemand die als enige ijssnijders verzamelt kan veel punten scoren. Dit geldt ook voor de andere type bouwkaarten. Dus ten gepaste tijde links en rechts een bouwkaart wegnemen voor de neus van een medespeler is aanbevolen.

Nunatak is een heel goed familiespel. Veelspelers zullen dit misschien minder appreciëren. De liefhebbers van het echte kennersspel vinden dit zeker te weinig uitdagend. Maar wat is er mis met een goed familiespel? Niets toch.

Och ja, Nunatak speel je het best met drie spelers. Ik vermoed zelf dat de bedenker dit in eerste instantie voor ogen had als ideaal spelersaantal. Ook met vier spelers is het best ok. De aanpassing van de regels voor vier spelers, het slotspel op het einde, doet weinig af aan de spelvreugde en spelstrategie. Dus drie of vier spelers zijn aanbevolen.

Met twee spelers komt er namelijk een derde neutrale speler in het spel en is er een aanpassing aan de regels. Dit verhoogt het spelplezier niet. Na een aantal potjes met drie of vier spelers, speelde ik het ook met twee en dat beviel me heel wat minder. Nunatak kan je ook solo spelen. Ook hier zijn er specifieke regels voor. Maar ik ben geen solospeler en dus heb ik dit niet uitgetest.



Plaats reactie